Title: Tom Waits
Source: OOR nr. 7 p. 60-69: Bert van de Kamp. April 3, 1999. Photography by Anton Corbijn
Date: China Light Restaurant, Santa Rosa. February, 1999
Keywords: Mule Variations, Picture In A Frame, Blues influences, Early Years albums, Chuck E. Weiss, Jack Elliott, Louise, Charlie Musselwhite, Kinky Friedman, Kathleen, reincarnation, Kathleen, television

Magazine front cover: OOR Magazine (The Netherlands) April 3, 1999

Accompanying pictures
Epitaph promo picture, from OOR Magazine (The Netherlands) April 3, 1999. Date: 1999. Credits: photography by Anton Corbijn
Epitaph promo picture, from OOR Magazine (The Netherlands) April 3, 1999. Date: 1999. Credits: photography by Anton Corbijn
Epitaph promo picture, from OOR Magazine (The Netherlands) April 3, 1999. Date: 1999. Credits: photography by Anton Corbijn
Epitaph promo picture, from OOR Magazine (The Netherlands) April 3, 1999. Date: 1999. Credits: photography by Anton Corbijn
 


 

TOM WAITS

 

<< Mensen denken dat een artiest eruit moet zien alsof hij net uit de hel is teruggekeerd met een portie afhaalchinees>>

De chroniqueur van het nachtleven wordt hij genoemd, maar al bijna twintig jaar woont Tom Waits met vrouw en twee kinderen heel relaxed in het zonnige wijngebied ten noorden van San Francisco. De 'zingende zuipschuit' drinkt niet meer en levert nog slechts eenmaal in de vijf, zes jaar een nieuwe plaat af. Binnenkort is het weer zo ver. Mule Variations heet het nieuwe werkstuk. Het werd tijd dat hij zijn handen weer eens vuil maakte. Of, zoals hij zelf zingt, get behind the mule in the morning and plow!

door Bert van de Kamp / fotografie Anton Corbijn
leestijd 12'13"

De zanger die in 1973 debuteerde met Closing Time leek zo weggelopen uit een roman van Kerouac of Bukowski. Het type eeuwige zwerver, nachtbraker en drinkebroer. Met een stem waarover hij zelf zei: 'Hij jaagt kinderen bij je uit de buurt en verzekert je van een plek aan de tap.' Zijn imago werkte zo goed dat hij bij een bezoekje aan ons land door de douane werd tegen gehouden. Nadat hij had laten zien slechts enig muntgeld op zak te hebben, werd hij prompt afgevoerd naar de dichtstbijzijnde cel waar hij - naar eigen zeggen - de nacht moest doorbrengen in het gezelschap van coca�nesmokkelaars uit Columbia en hoeren uit Porto Rico. Ofschoon hij zich de afgelopen 25 jaar heeft ontwikkeld tot een belangwekkend en invloedrijk artiest bleef hij voor het grote publiek een onbekende. Hits heeft hij nooit gehad, al werden zijn liedjes met succes gecoverd door The Eagles (Ol' 55), Bruce Springsteen (Jersey Girl) en Rod Stewart (Tom Traubert's Blues, Downtown Train). Hij schreef filmmuziek (One From The Heart, Night on Earth, Dead Man Walking e.a.) en speelde zelf in een groot aantal films. Na Bone Machine, zijn studioalbum uit 1992, verscheen alleen nog de soundtrack van de Robert Wilson-opera The Black Rider. Zijn contract met platenmaatschappij Island liep af met het verschijnen van de compilatie Beautiful Maladies, waarna het onheilspellend stil werd rond zijn persoon.

DE MAN DIE OP EEN ZONNIGE FEBRUARI-DAG TEGENOVER MIJ ZIT IN EEN CHINEES RESTAURANT in Santa Rosa (Californi�) oogt uiterst vitaal en nauwelijks door de tand des tijds aangetast. Hetzelfde ouwe kloffie, dezelfde goedkope vilthoed schuin op het hoofd, dezelfde olijke oogopslag. Mr. Waits I presume?

'Kom maar op. Laten wij een goed gesprek voeren, van mens tot mens.'

Ok�. Wij die van je werk houden, vragen ons af waarom we de laatste jaren zo weinig van je hebben gehoord.

'Ik heb muziek gemaakt voor films en voor Alice, de opera van Robert Wilson, en verder weet ik niet wat ik heb gedaan. Ik heb geleefd. Heel vreemd: als je geen platen maakt, gaan mensen denken dat er iets met je aan de hand is. Dat je ziek bent. Terwijl het net andersom is. Je wordt ziek als je platen maakt en je wordt weer beter als je stopt. Er is zoveel wat je kunt doen om in je levensonderhoud te voorzien. Artiest zijn is belangrijk, maar er wordt teveel aandacht aan geschonken. Wij houden de wereld niet op gang. We draaien niet aan de slinger, wij laten het niet regenen. De mensen die de wereld in stand houden, krijgen nauwelijks aandacht. Er worden geen artikelen over hen geschreven. Zij staan kolen te scheppen of werken tot diep in de nacht aan de snelweg, waar de rest van ons overheen rijdt.'

Je hoeft als artiest niet alles op te offeren voor je werk. Je kunt er - zoals jij - een leven naast hebben waar niemand iets van weet.

'Maar er wordt wel op de ��n of andere manier van je verwacht dat je lijdt. Men heeft meer vertrouwen in je als je lijdt. Een dokterskamer moet eruit zien als een dokterskamer en ruiken als een dokterskamer, en een artiest moet eruit zien alsof hij net uit de hel is teruggekeerd met een portie afhaalchinees. Als je er goed uitziet, word je niet vertrouwd. Dan gaan ze liever naar iemand die er wat meer gestoord uitziet, want die heeft wellicht iets meegebracht wat meer te betekenen heeft. Wij zijn allemaal aan het winkelen voor iets waardevols en op zoek naar de meest geschikte verkoper. Misschien die gast die zich op zijn negentiende aan een pianosnaar heeft opgehangen, want die schreef daarvoor toch wel de meest ongelofelijke songs. Wat zou hij hebben nagelaten? Als je jong bent geloof je daarin, leef je daarvoor en de rest van de wereld steunt je daarin.'

Je kunt ook een groot artiest zijn zonder te lijden?

'De meeste artiesten laten anderen, de mensen om hen heen, voor zich lijden. Je kunt ook normaal met mensen omgaan, eerlijk en loyaal, je aan je gegeven woord houden, maar als je jong bent, denk je dat je er een rotzooitje van moet maken en dat iemand anders het wel zal opruimen. Ik ben artiest en je weet toch hoe artiesten zijn? Iedereen begrijpt dat: Ja, jij bent artiest. Ga jij maar gauw weer mooie dingen voor ons maken. Ik trap daar niet meer in. Je doet wat je moet doen. Daar gaat Get Behind The Mule over. Wij staan in ons nakie op het kruispunt en vertellen de Lieve Heer wat wij hebben gedaan. Mijn vrouw zegt altijd: ik ben niet met een man getrouwd, maar met een muilezel.'

En zet vervolgens Mule Skinner Blues op.

'Yeah, right.'

JOUW WORTELS LIGGEN VOOR EEN DEEL IN DE BLUES.

'Daar is een hoop te vinden. Met de blues als ontbijt kan de rest van de dag niet meer stuk. Het is een onverslijtbare kunstvorm. Net als tafels en stoelen, vorken en messen. Iedereen kan er gebruik van maken. Bluessongs zijn vaartuigen waar wij de zaken die voor ons belangrijk zijn aan meegeven. In elke bluessong liggen honderd andere besloten. Die regel - since I put your picture in a frame - is afkomstig uit een song van Blind Lemon Jefferson. ik hoorde die regel en dacht: dat is een heel nieuw nummer. Toen heb ik het [Picture In A Frame] ook maar meteen geschreven. Sommige van die bluesnummers zijn zo goed dat als je er teveel naar luistert je verder je hele leven geen pen meer op papier krijgt.'

Heb je Harry Smith's Anthology Of American Folk Music gehoord?

'Ja. Dat is de culturele oerbron voor bijna alles.'

Ben je niet bang dat die hele Amerikaanse muziekcultuur van de kaart wordt geveegd?

'Niet zo lang die platen er zijn. Je draait ze en alles komt weer tot leven. Heel opmerkelijk, als je erover nadenkt: iets dat iemand veertig jaar geleden op zijn veranda heeft gedaan, eenmalig, dat kun je nu opzetten en het komt weer tot leven. Het klinkt nog steeds nieuw en is nog steeds in staat je te raken en te ontroeren. De zeggingskracht lijkt met de jaren eerder toe- dan af te nemen. Dat vind ik nog steeds een van de wonderen van het leven.'

Ik heb jou ooit horen zeggen dat je bepaalde opnames uit je verleden het liefst weer zou wissen.

'Dat is logisch. Zoals je ook de kriebels krijgt bij een babyfoto van jezelf. Het heeft niet veel om het lijf. Mijn ex-manager heeft een aantal oude nummers van mij op CD uitgebracht, waar ik erg kwaad om ben, maar ik kan er niets aan doen. Ze liggen in de winkels en zijn nu onderdeel van de grote muurschildering geworden. Het is net als die kerel die zijn portret laat schilderen en dan zegt: ik vind het niet goed, want het lijkt helemaal niet op mij. Waarop de kunstenaar zegt: Maar het zal op je gaan lijken!'

Wie spelen er zoal mee op je plaat?

'John Hammond, Charlie Musselwhite, Primus en Smokey Hormel, die bij Beck speelt en vroeger bij The Blasters. Hij komt uit de beroemde Hormel-familie van de Hormel-worstjes. Zijn ouders hadden gevoel voor humor, ze noemden hem Smokey. Hij is een erg goede, gevoelige muzikant. Hij had wat West-Afrikaanse instrumenten meegenomen.'

En Ralph Carney?

'Die ook.'

Je hebt ook een plaat gemaakt met Chuck E. Weiss (Extremely Cool).

'Ik heb er ��n nummer aan bijgedragen. Hij noemt mij ook als producer, maar dat klopt niet. Dat zegt hij om aandacht te trekken. Het zijn allemaal zijn eigen nummers, door hemzelf geproduceerd. Aan ��n nummer hebben wij samen gewerkt. Ik ken hem al twintig jaar. Goeie oude vriend. Goeie plaat. Hij komt oorspronkelijk uit Chicago, woonde daarna in Denver. Ik heb hem in Los Angeles ontmoet.'

Chuck E's In Love, zong Rickie Lee Jones. Is hij dat nog steeds?

'Dat zou ik je niet kunnen zeggen.'

Je hebt ook een duet met Ramblin' Jack Elliott opgenomen voor diens album Friends Of Mine. Een erg goed nummer: Louise.

'Die song was een overblijfsel van Bone Machine die een tijdje in het liedjesweeshuis heeft gezeten. Jack is een opmerkelijke kerel. Hij heeft onlangs op het Witte Huis nog een belangrijke onderscheiding gekregen. Hij en Gregory Peck. Hij is een goede vriend. Hij woont hier in de buurt in een klein plaatsje.'

Hij is een van de weinige overlevenden van een bijna uitgestorven scene.

'Ja. Hij heeft nog met Woody [Guthrie] opgetrokken. Hij maakt nog totaal geen uitgebluste indruk. Hij gaat er nog steeds vol tegenaan. Ze hebben Ramblin' voor zijn naam gezet, niet omdat hij veel heeft gereisd, maar omdat als hij eenmaal begint te vertellen, hij niet meer ophoudt.'

Je hebt ook met de mij onbekende Don Hyde gewerkt.

'Ik heb een benefietconcert met hem gedaan voor een vriend die problemen had met de federale overheid. Wij hebben geld ingezameld voor rechtshulp. Zo heb ik Charlie Musselwhite ontmoet, een heel opmerkelijke muzikant.'

En je hebt een song bijgedragen aan een Kinky Friedman-compilatie.

'Een van Kinky's songs. Kinky is een echte radicaal. Ik ken hem al sinds 1975. Hij heeft mij een motorjack verkocht voor veertig dollar, dat eigendom bleek te zijn geweest van P.J. Proby. Ken je die nog? Hij had snel contant geld nodig en ik zei: Ok� ik geef je veertig ballen voor het jack. Diezelfde avond belandde ik in de bajes met dat jack. Er is iets met dat jack. De volgende dag heb ik het terug gegeven. Hou die 40 ballen maar en het jack ook.'

STAAN ER OP DEZE PLAAT NOG RESTNUMMERS UIT DE BONE MACHINE-SESSIES?

'Filipino Box Spring Hog. Dat is al een vrij oud nummer dat nooit op een plaat terecht is gekomen.'

En Eyeball Kid? Daar had je het vijf jaar geleden al over in een interview.

'Hij is nu eindelijk tot leven gewekt.'

De laatste jaren schrijf je samen met je vrouw. Hoe gaat dat in de praktijk?

'Jij wast af en ik droog af.'

Simpel.

'Heel simpel. Je vindt altijd wel een manier om te werken. Wij scherpen elkaar als messen. Als het goed is, is het goed. Op zijn best werkt het als de dwerg op de schouders van de blinde reus. Samen schrijd je voorwaarts op betekenisvolle wijze. Wij zijn al achttien jaar samen en hebben sinds Swordfishtrombones alles samen gedaan. Zij is overal bij betrokken, omdat ik qua smaak en mening niemand zo vertrouw als haar. Zij schrijft meer vanuit haar dromen, ik meer vanuit de wereld. Samen hebben wij een soort... ik weet het niet.'

Mysterieuze werking?

'Zoiets. Alchemie. Franse toost.'

In House Where Nobody Lives zing je aan het eind: If there's love in a house, it's a palace for sure.

'Zo is het. Elk huis is leeg als er geen liefde is. Elke dag als ik mijn kinderen naar school breng, zie ik dat lege huis met klepperende luiken in de wind, metershoog onkruid er omheen, geen vogelnesten in de schoorsteen, en met Kerstmis had iemand er lichtjes opgehangen, omdat het 't enige onverlichte huis in de buurt was, als een gebroken tand.'

Dan is er nog het slotnummer: Come On Up To The House.

'Dat is een oude uitdrukking. Je hoort mensen wel eens zeggen: when you're in town, why don't you come on up to the house.'

Dat nummer heeft een gospel-achtige sfeer. Je hebt bijna de neiging om luidkeels Halleluja! te roepen.

'Ha!'

Je zingt: The world is not my home, I'm just passing through. Dat geeft het nummer iets bovennatuurlijks.

'My home is up yonder...'

Alsof je wil zeggen: het leven hier op aarde is niet meer dan een doorgangshuis.

'Dat is ook zo.'

En in Take It With Me zing je: There's gotta be more than flesh and bone...

'Daar geloof ik in. Ze zeggen dat je niets kunt meenemen als je gaat, maar ik denk dat wij wel iets meenemen: geesten, druppels gedestilleerd leven, van alles.'

Geloof je ook in re�ncarnatie?

'Ik hou van dat zinnetje in Midnight Cowboy waar Joe Buck tot Ratso zegt: Als er zoiets als re�ncarnatie is, wil ik beslist niet terugkeren in jouw lichaam! Ja, ik denk dat sommigen van ons terugkomen. Er is hier een hoop te doen. Er wordt tijd verspild. Naarmate je ouder wordt leer je waarderen hoe waardevol elke dag is. Ja, ik denk dat wij allerlei zaken nog moeten afmaken.'

What's He Building? is een jazz-rap a la Ken Nordine.

'Ik had hem net nog aan de telefoon. Hij woont in Chicago. Ken is een geweldige verhalenverteller. Ik wil dat hij What's He Building? hoort.'

Een sterk paranoia-verhaal.

'Wij menen het recht te hebben om alles te weten wat er om ons heen gebeurt. Je hoeft maar drie dingen van je buren te weten om er een verhaal van te maken. Zijn vrouw komt uit Malta en hij heeft een hondje waar hij geen belasting voor betaalt. Ze hebben geen kinderen. Hun huis is geel, zonder gazon, en hij is voortdurend in zijn garage aan het werk. Wat doet hij daar? Ik vertrouw hem niet. Hij drinkt of hij drinkt juist niet. Dat is juist het probleem: hij drinkt niet. Tot op zekere hoogte gedragen wij ons allemaal zo tegenover elkaar. Uit de paar kleinigheden die wij van elkaar weten, bouwen wij complete figuren. Dat is de perversie van het creatieve proces.'

JE HEBT VEEL FANS ONDER DE JONGERE GENERATIE ARTIESTEN. Gavin Friday vroeg mij om tegen je te zeggen dat hij zijn hoed voor je afneemt.

'Zeg hem maar dat ik de mijne voor hem afneem. Ik hou van zijn werk. Het is belangrijk om voorbeelden te hebben. Ik zag in mijn jeugd Lightnin' Hopkins optreden en dat heeft mijn hele leven veranderd. Soms word je een beetje cynisch over optreden, maar dan denk ik: misschien staat er iemand in het publiek die nog niet weet wat hij met zijn leven zal doen en nog een duwtje nodig heeft. Dan krijg ik er weer zin in. Je hoeft soms maar ��n nummer te horen van iemand die je aanspreekt om te weten wat je verder met je leven wil gaan doen.'

Mark Linkous van Sparklehorse liet mij trots een bandje horen van zijn antwoordapparaat met jouw stem er op. Hij zei dat hij er een sample van ging maken.

'Goeie kerel. Ik hou van die liedjes van hem. Het zijn net altaartjes gevuld met glassplinters en doppen van flessen. Ik ben er gek op.'

Er zijn een hoop jonge musici, zoals hij, wier werk traditioneel is qua input, maar eigentijds qua output. Beck, bijvoorbeeld.

'Ja, ik hou van Beck. Hij staat op het podium zijn gitaar rond te draaien alsof het een hoelahoep is. Hij is een vernieuwer Hij speelt harmonica als Sonny Terry. Hij heeft op straat gespeeld. Dat zijn belangrijke wortels. Daar ben ik jaloers op. Op een straathoek gaan staan, je gitaarkoffer openmaken en de concurrentie aangaan met het geluid van voorbij rijdende bussen en sirenes van politieauto's. Ik ben ook gek op die straatevangelisten met die koffertjes waar een luidspreker in zit en zo'n kleine aftandse microfoon. Zij gaan op de drukste straathoek staan en beginnen te vertellen. Ik heb groot respect voor die lui. Ik kan uren naar hen luisteren.'

Ik hoorde dat je een deel van deze nieuwe plaat ook buiten hebt opgenomen.

'Dat klopt. We hebben microfoons buiten de studio gezet en in de vrije buitenlucht gespeeld. Mijn volgende plaat wil ik helemaal buiten opnemen. Hoef ik alleen voor de microfoons te betalen en niet voor de hele studio!'

Je vertelde ooit dat je muziek het mooist vindt als ze via het open keukenraam bij je naar binnen komt waaien.

'Daar houd ik van. Het maakt de muziek anders. Alsof ze moeite moet doen jou te bereiken en jij de muziek een beetje tegemoet moet komen. De buurvrouw heeft Caruso op staan en hij doet zijn best jouw oor te bereiken tot jullie hoofden tegen elkaar botsen. Dat is het beste!'

Toch kun je erg kwaad worden als er bijvoorbeeld een pedaal van je piano afbreekt.

'Ja, maar ik zing toch nooit zuiver op toon, dus een echte ramp is dat niet.'

En nu zit je ineens bij het punklabel Epitaph. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

'Een kwestie van wederzijdse aantrekkingskracht. Zij wilden een grotere verscheidenheid en ik zocht een label met smaak in plaats van een label dat goed smaakte.'

Je past er wel. I Don't Wanna Grow Up, van Bone Machine, was ten slotte ook een punknummer.

'De Ramones hebben het gecoverd. Dat was wel grappig.'

Je schildert in dat nummer de wereld van de volwassenen wel erg onaantrekkelijk af. Toch hoef je, volgens mij, niet alles op te geven als je ouder wordt.

'Niet alles, maar wel iets. Zo heb ik de tabak op moeten geven, en later de drank.'

Je drinkt helemaal niet meer? Ook geen wijntje bij het eten?

'Nee, helemaal niks.'

Dat zal voor veel fans aankomen als een donderslag bij heldere hemel.

'Die denken dat alles uit een fles komt. Dat is een misverstand.'

JOUW CARRI�RE LAAT ZICH OPSPLITSEN IN EEN LOS ANGELES-PERIODE, je begintijd, daarna volgde je New York-periode en nu zit je alweer een aantal jaren in je Noord-Californische.

'Period. [ofte wel: punt uit!]'

Je voelt je hier thuis?

'Ja. Ik heb heel lang geen thuis gehad. Ik was voortdurend op reis en woonde in hotels. Mijn thuis was wat ik met mij mee droeg. AIs ik ergens te lang bleef, werd ik gek. Dan wilde ik weer ergens anders heen, nieuwe mensen ontmoeten. Ik woonde in het Taft Hotel, waar dan ook. Er is een Taft in elke stad. Je kwam op het station aan en zei eenvoudig tegen een taxichauffeur: Breng mij naar de Taft! Kon niet missen. Oude hotels zijn allemaal naar presidenten vernoemd. Breng mij naar de Roosevelt! Die had je ook overal, ik was gek op die oude hotels. Het spookte er. Zoals ik in een van mijn songs zeg: You take on the dreams of the ones who have slept there. Dat voelde je. Geen telefoon op de kamer. Mijn road managers werden er gek van: wij kunnen je niet bereiken!' Er is een sound check om drie uur...

Dat waren de tijden dat je liedjes schreef met titels als Better Off Without A Wife.

'Ja.'

Heb je daar nu geen spijt van?

'Het is bij ons thuis geen populair liedje.'

Kijk je veel tv?

'Ik heb geen tv. Die heb ik in het zwembad gelazerd. Er stond nog stroom op, dus dat was het einde. Maar nu kan ik het zwembad niet meer gebruiken. Ik keek alleen naar paardenrennen en bokswedstrijden. Andere sporten interesseren mij niet. Ik werk in de tuin. Tomaten en ma�s.'

Huisdieren?

'Katten, honden, konijnen en een slang in het waskamertje. O ja, en twee flamingo's.'

Je vrouw vertelde mij dat jij een levendige fantasie hebt, maar dat er altijd een element van waarheid zit in wat je vertelt, dus je hebt waarschijnlijk ��n flamingo.

'Dan zul je naar mijn huis moeten komen om alles te controleren. Dan weet je het. Come on up to the house.'

Ga je binnenkort ook weer op tournee?

'Dat is wel de bedoeling, maar ik heb een voorkeur voor plaatsen waar ik nog niet ben geweest. Er ligt nog niets vast.'

Mule Variations van Tom Waits ligt op 16 april in de winkels.

Notes:

>N/A