Title: Een Huisvader Met E�n Been In De Duisternis
Source: De Volkskrant, Kunst p. 10, November 19, 1993 (The Netherlands). Dutch translation from The New York Times (November 14, 1993 by Robert Palmer.) Photography: Christine Alicino-ABC
Date:Limbo/ San Francisco, November, 1993
Keywords: The Black Rider, Harry's Harbor Bazaar, Brooklyn Academy of Music, Public image, Acting, Robert Wilson, Theatre, William Burroughs, Bone Machine, Religion


 

Een Huisvader Met E�N Been In De Duisternis

 

Tom Waits heeft de demonen in zijn muziek nog niet uitgebannen

Het vorige week verschenen veertiende album van de Amerikaanse zanger, musicus, acteur en componist Tom Waits heet The black rider. Een aangepaste versie van de muziek uit de gelijknamige pop-opera die Waits, met regisseur Robert Wilson en schrijver William S. Burroughs, ruim drie jaar geleden maakte. 'Liedjes zijn net schietgebedjes.'

Tom Waits zit in Limbo en droomt van Harry's Harbor Bazaar. Limbo is, een Mexicaans caf� in het centrum van San Francisco. Harry's Harbor Bazaar bevindt zich in Hamburg, waar Waits samen met regisseur Robert Wilson en schrijver William S. Burroughs werkte aan The black rider, een 'Teutoonse pop-opera'.

Ruim drie jaar geleden werd het duister getoonzette sprookje voor het eerst opgevoerd in Duitsland, in het Hamburgse Thalia Theater. Nadien volgde een Europese tournee. Pas vorige week verscheen de muziek op cd; morgen beleeft The black rider in New York zijn Amerikaanse premi�re.

Waits, bijna 44, ziet er opmerkelijk gezond uit voor iemand die nog niet zo lang geleden mocht figureren als drankzuchtige, aan lagerwal geraakte limousine-chauffeur in Robert Altmans nieuwe film Short cuts. Hoed, zwarte leren jas, wit T-shirt, tatoeages, motorlaarzen. Tom Waits lijkt alleen maar sprekend op Tom Waits, de.troubadour die op zijn platen uit het midden van de jaren zeventig Amerika afschilderde als een naargeestige samenleving, een jachtige maatschappij die uitsluitend leek te worden bevolkt door kroegtijgers, serveersters en werkschuw tuig.

Toen Waits het in een Hamburgse havenwijk verstopte Harry's Harbor Bazaar voor het eerst betrad, voelde hij zich onmiddellijk thuis. 'Het is een ruig rommelwinkeitje', zegt hij. 'Zeelui van over de hele wereld komen er om hun goedkope gitaartjes te verpatsen, hun opgezette slangen, jassen van zebra-huid. Zompige bedoening, alles zit onder de schimmel. Je kunt er insecten kopen, in glas gevat of los in doosjes, torren ter grootte van een kinderschoen. Ze hebben ook allerlei exotische muziekinstrumenten. En half vergane baby-giraffes, opgevuld met stro. Dan is er nog een gemummificeerd hoofd waar je, voor twee mark of zo, naar kunt kijken. Daar adverteren ze ook mee in de etalage, met die kop.`

De beeldende taal waarvan Waits zich doorgaans bedient kwam hem goed van pas bij The black rider, eigenlijk een variatie op Webers opera Der Freischutz uit 1821, die eveneens is gebaseerd op de legende van de zwarte ruiter. Weber breide er een happy end aan, terwijl de uitvoering van Wilson, Burroughs en Waits dichter bij het sombere origineel blijft. The black rider is het verhaal van Wilhelm, een klerk die een pact sluit met de duivel om houtvestersdochter K�tchen voor zich te winnen. En de duivel, die zal hem schieten leren - met rampzalige gevolgen. In de theaterproduktie worden de teksten van Burroughs en Waits gezongen door acteurs. Op zijn nieuwe album doet Waits het zelf, bijgestaan door de oude Burroughs in het tussendoortje T 'aint no sin.

Thomas Alan Waits, zoon van een onderwijzers-echtpaar, is geboren in Pomona, Californi�. Zijn vader, afkomstig uit Texas, heette Jesse Frank Waits - vernoemd naar het roemruchte outlaw-duo Jesse en Frank James. Tom, sinds de scheiding van zijn ouders opgevoed door zijn moeder, hield van de ruwe en rumoerige inslag van z'n vader. In de begindagen van zijn carri�re had Waits' podiumpersoonlijkheid veel weg van een ge�dealiseerde uitvoering van Jesse Frank.

'M'n eigen karakter, tja, ik weet het niet, ik deed meestal maar wat', zegt Waits, zittend aan een tafeltje in Limbo, gebogen over koffie en sigaretten. 'Maar na een poosje kwam ik erachter dat ik mezelf beperkingen oplegde door het imiteren van anderen. Toneelstukjes, ik deed eigenlijk toneelstukjes, en voor ik het wist, zat ik gevangen in mijn eigen creatie. Kon mijn vleugels niet uitspreiden.'

Dat veranderde toen Francis Ford Coppola begin jaren tachtig in zijn leven kwam. De regisseur gaf hem een bureau en een piano in zijn Zoetrope-studio's, waar Waits kon werken aan de filmmuziek voor Coppola's One from the heart. Tot zijn eigen verbazing bleek Waits, dank zij het ordelijke gedrag dat Coppola van hem verwachtte, ineens heel produktief.

De acteur Tom Waits, veelgeprezen sedert zijn optreden in Down by law van Jim Jarmusch (1986), heeft veel te danken aan Robert Wilson. Regisseur van The black rider, maar volgens Waits ook een groot acteur: 'Hij deed het altijd voor, elk gebaar, elke beweging op het toneel. Hij haalt zijn spelers door de mangel. Toen we The black rider maakten, moest ik een keer even invallen voor iemand die ziek was. Die Duitse acteurs leken wel was in zijn handen, ze wilden zich door hem in elke denkbare vorm laten gieten. En op het laatst waren we allemaal getransformeerd, het was een gebeurtenis die me danig heeft veranderd.'

De werkopnamen die Waits maakte voor The black rider waren altijd nogal ruw, zegt Waits. 'Op dat moment realiseerde ik me nog niet dat veel ervan uiteindelijk ook op plaat zou worden uitgebracht. Maar dit is toch het beste, want ik heb altijd moeten worstelen in de studio. Ik bevries, zo gauw ze me aan het verstand hebben gebracht dat het serieus is, dat het gaat om echte opnamen. Mijn favoriete platen zijn ook altijd albums waarop alles toevallig tot stand gekomen lijkt. Muzikale momenten die geen benul hadden van het feit dat ze muziek vormden.'

Op The black rider komen tientallen van zulke momenten voor. Soms heeft het veel weg van een nachtmerrie die gestalte krijgt door instrumenten die in de popmuziek bepaald onalledaags mogen worden genoemd: banjo, basklarinet, cello, zingende zaag. Met de ijzeren regelmaat van een draaiorgel komen fragmenten pop, vaudeville, rock, cabaret en doodgewone walsjes aangewaaid.

Met zijn vorige album, het overdonderende Bone machine, won Waits een Grammy: beste plaat van 1992 uit de alternatieve hoek. Met zijn meest recente cd's heeft de muzikant, die sinds de concerten die werden vastgelegd op het live-album Big time (1988) niet meer op de concertpodia te zien is geweest, een muzikaal idioom geschapen dat zich niet in een hokje laat drukken - en dat ook uitstijgt boven de rol die hij zichzelf aanmat in zijn vroegere werk: een flink zuipende, barse chroniqueur van troosteloze dagen in huis en dodelijk vermoeiende nachten op straat.

Maar aan duisternis nog steeds geen gebrek in het leven van de gelukkig getrouwde huisvader: hij mag de demonen dan uit zijn dagelijks leven hebben gebannen, in zijn muziek barst het er nog van. Overal schemert het en in The black rider schemert de dood.

'Ach, liedjes over de dood zijn zo oud als de dood zelf', zegt Waits. 'Het kan soms best eng zijn om zulke teksten aan het papier toe te vertrouwen, want je weet niet of je de dood op die manier afschrikt, of dat je 'm zo juist naar je toe haalt. Liedjes zijn net schietgebedjes: ze kunnen veel kracht hebben.'

Robert Palmer 
� The New York Times

Zie ook Kunst & Cultuur

Notes:

N/A