Title: Ik Ben Een Fruitboom
Source: De Volkskrant/ KUNST (The Netherlands), September 30, 2004. By Gijsbert Kamer. Thanks to Nico Viet for donating article
Date: published September 30, 2004
Keywords: Real Gone

Magazine frontcover: ANTI promo picture for Alice/ Blood Money. Date: 2002 (1999?). Credits: photography by James Minchin

Accompanying picture

Photography by: James Minchin. Also printed in Aloha magazine (The Netherlands) "Ik Ben Niet Helemaal Krankzinnig". No 7, issue 6. October, 2004. Date: 2002 (1999?)


 

Ik Ben Een Fruitboom

 

Op zijn nieuwe plaat 'Real Gone' blijft Tom Waits dicht bij de actualiteit. De frontsoldaat die hij bezingt, kan in elke oorlog vechten, maar vecht in Irak. 'Dat baart me vreselijke zorgen. Bush is werkelijk een gestoord mens.'

Door Gijsbert Kamer

Wie van Petaluma, een dorpje even buiten San Francisco, naar de kust rijdt, komt het tegen aan de Valley Ford Road, op de weg naar Bodega, waar Alfred Hitchcock zijn Birds draaide. In het kale landschap trekt niet de bescheiden, bouwvallige uitspanning zelf de aandacht, maar de manshoge in rood, wit, blauw geschilderde windmolen. Little Amsterdam staat op het bord dat de mensen moet lokken en House Of Oysters, en om de Nederlandse afkomst van de uitbater te benadrukken zijn er een paar tulpen bij geschilderd.

Dit is de plek waar Tom Waits de interviews bij het verschijnen van zijn nieuwe album Real Gone geeft. Bij een eerdere gelegenheid had hij een al even curieus Chinees wegrestaurant uitgekozen, nu zijn we iets dichterbij zijn eigen huis dat op loopafstand ligt. Waar precies wil Waits niet kwijt, we mogen een heel eind bij hem in de buurt komen, maar dichterbij dan hier laat hij de buitenwereld niet toe.

Zijn dochter Kellesimone (21) komt hem brengen in een van de 'vintage' Cadillacs uit zijn wagenpark. De zanger ziet er in stoffige zwarte kleding en afgetrapte modderschoenen uit alsof hij zojuist nog zwaar landwerk heeft verricht. Beetje kromgebogen komt hij binnen, zijn bos haar heeft de vertrouwde rode kleurspoeling, het witte plukje op zijn kin lijkt witter geworden dan bij de vorige ontmoeting, een kleine twee en een half jaar geleden.

Dat was ter ere van twee platen met oude, voor theater geschreven liedjes, Alice en Blood Money. Nu ligt er een compleet nieuw album, Real Gone. Gemaakt met gitarist Marc Ribot, bassist Larry Taylor en percussionist Brain Mantia. 'Hier even verderop in een oud schoolgebouw.' Een piano valt er op Real Gone niet te horen. 'Stond er wel, maar ik ben er nauwelijks achter gaan zitten. Voelde te vertrouwd, mijn vingers liepen onmiddellijk over dezelfde toetsen, dat zou te gemakkelijk zijn geweest. Platen maken is alleen leuk als ik iets kan doen dat ik nog niet eerder zo gedaan heb. Dit keer heb ik mijn mond als percussie-instrument ingezet, een soort human-beatboxing.

'Skatsja boe-ka-boem-tsjk-a-boem-boem. Als je zo'n regel inzingt op een sampler of je maakt er een tape-loop van, dan verliest de luisteraar zijn aandacht, het menselijk brein hoort dat het machinaal is en schenkt er op den duur geen aandacht meer aan. Door het minutenlang achter elkaar in te zingen gaat het spannend klinken. Dan wordt het een soort bezwering. Nou ja, mijn familie werd er helemaal gek van: wat is papa voor een herrie aan het maken? O, die is de drums voor z'n nieuwe plaat aan het inzingen.'

Stem-percussie bepaalt in veel nummers het klankbeeld, verder klinken gitaren vertrouwd krakend en gromt, gruist, en grijnst Waits' stem van grind zoals we dat al jaren van hem gewend zijn. Grim Reapers en Grand Weepers, in die twee categorie�n deelde zijn vrouw en medesongschrijver Kathleen Brennan Waits' repertoire in, en ook op Real Gone staan weer volop mooie liefdesliedjes afgewisseld met krakende blues. Maar ook een stukje Afro-Cubaanse exotica en een sobere 'talking blues', Day After Tomorrow, het nummer dat tekstueel het meest opvalt. Want naast de eenogige circusartiesten, kreupele piraten, en overige uit oude Fellinifilms ontsnapt lijkende mismaakten die de liedjes op Real Gone bevolken, zingt Waits hier over een frontsoldaat die ernaar verlangt naar huis te mogen terugkeren.

Lost her, I'll be 21 today
I been saving all my pay
And my plane will touch down
On the day after tomorrow

Met deze regels besluit het ontroerende relaas, in een liedje dat voor Waits' doen wel heel dicht bij de actualiteit staat. 'Ach, zo'n nummer kan op elke oorlog betrekking hebben', probeert hij nog even, om na een stilte te vervolgen: 'Ik heb kinderen oud genoeg om voor het leger te kunnen worden opgeroepen. Dat houdt me niet zomaar een beetje bezig, dat baart me vreselijke zorgen. Bush is werkelijk een gestoord mens. Het is echt oorlog, de hele wereld staat in brand, meteen aan het begin van deze eeuw is Pandora uit zijn doos gekomen, Bush rijdt met negentig mijl per uur een doodlopende weg in.

'De dienstplicht is er nog niet, maar ik sluit niet uit dat die in een tweede termijn Bush wordt ingevoerd. Ze denken in Washington over jonge mannen als anonieme dodelijke machines, niet als iemands kinderen. Al die soldaten in Irak, ze zijn nog zo jong, dit is het eerste betekenisvolle dat ze in hun leven te doen krijgen.

'Ik maak me zorgen over onze toekomst zoals ik nog niet eerder gedaan heb, ik hoop echt dat de opkomst bij de verkiezingen groter dan ooit zal zijn. Maar er heerst een veel te grote apathie. En eerlijk gezegd ben ik er niet gerust op dat die computers betrouwbaar tellen. Alles is te manipuleren, Bush zal al lang een mannetje erop uit hebben gestuurd om de boel te saboteren.

'Ik kom zelden in de bioscoop, heb geen tv, maar zou die film van Michael Moore graag willen zien. Mijn krant, de New York Times, lijkt me redelijk betrouwbaar, maar de meeste mensen hier halen het nieuws van tv, en daar is de waarheid al lang niet heilig meer. Iedereen is bang of wordt bang gemaakt.'

Wat kan Tom Waits daar als liedjesschrijver aan doen?

'Weinig, behalve goed observeren. Maar ik geloof in de kracht van het liedje in het algemeen. Gelukkig maar, anders kan ik er beter mee ophouden. Ik wil het allemaal niet overromantiseren maar dit is wat ik kan, en daar wil ik best iets meer mee doen dan amuseren. Weet je, vroeger kregen de mensen al het nieuws aangeleverd in liedjes. Dan doken er ineens heel veel liedjes op die over een plek gingen die niemand kende, en dan trok iedereen daarheen, de angst voor het onbekende was niet zo groot. Nu wel. Gek, dat een land dat door immigranten is grootgemaakt op alle mogelijke manieren de grenzen dichthoudt. We zijn nu eenmaal bang voor de vreemdeling. Die is per definitie verdacht. Brengt hij geen ziekte mee, dan zijn het wel idee�n en ook dat hebben we liever niet.

Woede, verbittering en zelfs pessimisme: zo kennen we Tom Waits niet echt.

Smack dab in the middle of a dirty lie
The star spangled glitter of his one good eye
Everybody knows that the game was rigged
justice wears suspenders and a powdered wig

(Uit: Sins Of My Father)

Van de romanticus die zich in de jaren zeventig als boh�mien in het Californische nachtleven begaf, heeft de bijna vijfenvijftigjarige zanger al lang afstand genomen: 'Ik was klein en onvolwassen en deed me ouder voor dan ik m'n vader heb gekend.' Maar ook de Tom Waits zoals die sinds z'n huwelijk met Kathleen Brennan in 1982 op de magistrale trilogie Swordfishtrombones (1983), Rain Dogs (1985) en Frank's Wild Years (1987) muziek tot avantgarde kunst wist om te buigen, is veranderd. De nummers op Real Gone zijn niet alleen langer, ze klinken ook oprechter, en bij vlagen zelfs bezeten. Wie Real Gone tot zich heeft genomen is uitgeput van alle stijlen, stemmingen en de rauwe hectiek waaruit de melodie�n opklinken. Een gevolg van een grotere behoefte aan improvisatie dan voorheen, zo blijkt.

Waits: 'Toen ik vader werd, zag ik alles anders. Muziek maken kwam niet meer in me op. Maar ik wist ook niet wat ik echt wilde met m'n leven. Een restaurant beginnen, paarden fokken, boomchirurg worden, diepzeeduiker? Het lag open. Maar dan komen de kinderen thuis met muziek die ze horen op school, en dan raak ik toch weer gegrepen. Vijf jaar geleden probeerde ik het weer zelf, en sindsdien weet ik: dit is wat ik doe. Dat restaurant zal er nooit komen.'

Liedjes des te meer, maar Waits' werkwijze is veranderd. Het ritmisch uitstoten van klanken, daar begon hij nu vaak mee. Er ontstond een bepaald patroon met ruimte voor melodie, de fonetische klanken werden woorden en die woorden kregen betekenis. 'Heel organisch allemaal. Was een song klaar dan realiseerde ik me dat hij er altijd al was, alleen was hij nog niet als zodanig betrapt.

'Het is een beetje zoals het fotograferen van spoken. je stopt een foto in een lijst en zegt: kijk een spook. Ja, zegt men dan, mooi hoor. je moet zelf aan de dingen betekenis geven. Wanneer je het grindpad naar je huis fotografeert dan moet je het Levensweg noemen, en geen Oprijlaan, want dan is niemand ge�nteresseerd. En dat is het voordeel dat liedjes hebben, iedereen kan er zijn eigen interpretatie aan geven. Mijn oudste zoon luistert veel naar obscure hiphop, maar ik ken niemand die zegt: dat is een goeie rap, die wil ik ��k gaan doen. Liedjes zijn niet zo verbonden aan hun schrijvers.'

Waits' zoon Casey is in bescheiden rol als turntablist en percussionist op Real Gone aanwezig. 'Hij is achttien en moet ook werken voor de kost', zegt Waits zonder spot. 'Nu ben ik hier en zal hij de badkamer dweilen of de keuken schrobben.' Iedereen heeft zo zijn taken in huize Waits. Kellesimone doet een opleiding schilderen, de jongste zoon Sullivan (12) luistert veel naar 'herriebandjes' en Xavier naar hiphop. 'Toen hij vijf werd, gaf ik hem een viool. Die brak hij doormidden en hij begon met de hals op de klankkast te hameren. Dat zal geen Paganini worden, dacht ik, maar misschien wel een Buddy Rich. Het is mij om het even, ze hoeven de kunsten niet in, maar je groeit toch uit dezelfde grond Zelf voel ik me wel eens een oude fruitboom, maar die schijnen de sappigste vruchten aan hun takken te dragen, toch?

Begin ik weer over bomen... Ik heb daar iets mee. Als kind klom ik altijd in de hoogste bomen, en keek naar de wereld beneden. Was er een kat te hoog geklommen, dan werd ik geroepen: Tommy zou 'm wel redden. Alle verhalen die ik mijn kinderen vertelde, begon ik met "er was eens een boom" of "er waren eens twee bomen". Nee, niet weer, riepen ze dan.'

Waits houdt van fantaseren. Met zijn vrouw verzamelt hij anekdotes uit de krant die hij opschrijft in een notitieblok. De verhalen hebben meestal betrekking op bijgeloof, of vasthouden aan gewoonten. 'Vroeg of laat duiken die aantekeningen in een liedje op, ik houd ervan op die verhalen door te denken, zoals ik dat ook doe bij oude afgedankte spullen in een dumpstore, of bij een tientallen malen overreden bloem op de snelweg.'

I found it in the street
At first I did not see
Lying at my feet
A trampled rose
(uit: Trampled Rose)

Tom Waits vertelt over een paard bij hem in de buurt dat met zijn gebit een figuur in de staldeur had gekerfd. 'Dat leek precies op de kop van een paard dat even daarvoor weg moest uit de stal. Ze maakte het uit liefdesverdriet.'

Even serieus is zijn verhaal over de Boston Red Sox. Vijftig jaar geleden zou hun Babe Ruth in een dronkemansbui vanuit zijn vakantieverblijf een piano het water in hebben gereden. Sindsdien heeft de honkbalploeg nooit meer de World Series gewonnen. 'Die piano moet het meer uitgetakeld worden. Pas als die weer bespeelbaar is, maken ze weer kans, dat weten de fans zeker.'

Zulke dingen verwonderen hem. 'Waar kom je zo'n rotsvast geloof nog tegen? De meeste mensen geloven alleen nog in de tv en computers. De tv praat iedereen angst aan. Een soort reptielenbrein heeft van de mens bezit genomen: ik vermoord jou v��r jij mij kunt vermoorden. Met zo'n instelling is dit glas water voor me niet meer iets om uit te drinken, maar een wapen. Zo kijk je naar de dingen als je bang wordt gemaakt.'

En computers?

'Die worden steeds sneller en slimmer. Maar wat als ze er achter komen wat hun grootste vijand is? Weet je wat dat is? Water. Computers zullen het water proberen te elimineren, en dus ook de mens, alleen hebben wij dat nog niet door. Er zijn mensen die dat geloven. En waarom ook niet.'

Dat soort niet algemeen aanvaarde normen en bijgeloof fascineren Waits. 'Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot zaken of mensen die niet gewoon waren. Gebrekkigheid is veel interessanter dan volmaaktheid, en ik houd van individualisten. Zo iemand als Evert Winkelman, de uitbater hier, met zijn windmolen en oesters, of een rondreizend circus. Misschien heb ik daar nog wel het meest naar verlangd. Mezelf aansluiten bij zo'n groep outsiders. Rock 'n' roll benadert dat circusideaal voor mij nog het meeste.'

Geen trapeze maar een traporgel voor Tom Waits dus en op Real Gone vooral veel harde percussie. 'Drums vormen de beste uitlaatklep voor boze muzikanten. En ik was boos, ja. Ik denk dat het misschien wel tot m'n meest eerlijke plaat heeft geleid. Dan kwam ik naar buiten en dan had ik m'n handen opengehaald en schrammen op m'n gezicht. Wij muzikanten noemen die gesteldheid Real Gone.

Tom Waits: Real Gone. Anti/ Epitaph.
Tom Waits speelt op 19, 20 en 21 November in Carre, Amsterdam.

Notes:

N/A